Over overlijdensrisicoverzekeringen bestaan veel vragen en misverstanden. Zo weten veel mensen niet of een overlijdensrisicoverzekering verplicht is en zo ja, in welke gevallen. Ook het verschil tussen een overlijdensrisicoverzekering en bijvoorbeeld een lijfrenteuitkering of een begrafenisverzekering is lang niet iedereen duidelijk. En hoe zit dat eigenlijk met de belastingdienst? Is de premie voor een overlijdensrisicoverzekering fiscaal aftrekbaar?
De vraag of de premie voor een overlijdensrisicoverzekering aftrekbaar is voor de belasting, kunnen we kort en krachtig beantwoorden: nee, dat is ‘ie niet. Dit wordt door veel mensen uiteraard als nadelig ervaren, maar denk niet te kort door de bocht: hier zitten ook voordelen aan! Doordat de betaalde premie niet in mindering gebracht mag worden op de inkomsten, hoeft over de uiteindelijke uitkering ook geen inkomstenbelasting te worden betaald. Hier heb jij zelf natuurlijk weinig aan, maar je nabestaanden des te meer.
Geen box 1, maar wel box 3
Een overlijdensrisicoverzekering behoort tot het bezit, oftewel het box 3-vermogen, van de verzekeringsnemer. Dit betekent dat er in principe vermogensrendementheffing wordt berekend over de waarde van de overlijdensrisicoverzekering. De waarde van de polis is echter vrijgesteld in box 3 op voorwaarde dat de som van het verzekerde kapitaal het bedrag van € 6.744,= niet overschrijdt.
Overlijdensrisicoverzekering en de belastingdienst: na overlijden van de verzekeringnemer
Is het moment eenmaal aangebroken dat je het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt, dan komt de overlijdensrisicoverzekering tot uitbetaling. Dat wil zeggen: op voorwaarde dat je overlijden plaatsvindt vóór de einddatum van de verzekering. Mocht je pas na de einddatum van de verzekering gaan hemelen, dan hoeft de verzekeringsmaatschappij niets uit te keren. Er hoeft dan uiteraard ook geen belasting betaald te worden.
Voor de erfgenamen geldt dat de uitkering van de overlijdensrisicoverzekering niet belast wordt in box 1, oftewel, de uitkering is in principe belastingvrij. Dat wil niet zeggen, dat ‘men’ het gehele bedrag in zijn/haar zak kan steken: er moet nog wel even afgerekend worden op grond van het successierecht. Gehuwden en mensen met een geregistreerd partnerschap hoeven zich hierom echter geen zorgen te maken: de vrijstelling bedraagt in dat geval 616.880 euro. Voor ervende (klein)kinderen gelden echter veel lagere vrijstellingen, evenals voor ongehuwd samenwoners zonder notarieel samenlevingscontract.