Stoppen met roken voor je overlijdensrisicoverzekering

Ieder jaar proberen duizenden Nederlanders het weer: stoppen met roken. Helaas lukt het lang niet iedereen om de sigaretten voorgoed te laten staan. Mocht de reductie van het risico op long-, keel- en slokdarmkanker nog niet genoeg motivatie opleveren, dan heb je met de premie voor een overlijdensrisicoverzekering een extra stok achter de deur. Het blijkt namelijk dat de premieverschillen tussen rokers en niet-rokers kunnen oplopen tot in totaal 10.000 euro. Stoppen met roken voor je overlijdensrisicoverzekering is dus zeker lonend!

Het principe van de overlijdensrisicoverzekering is gebaseerd op de kans om vóór een bepaalde datum (de einddatum van de verzekering) het tijdige te verwisselen met het eeuwige. Je moet wel haast onder een steen geleefd hebben om niet te weten dat rokers een veel grotere kans hebben om op relatief jonge leeftijd te gaan hemelen. Voor de verzekeringsmaatschappij die overlijdensrisicoverzekeringen aanbiedt, zijn rokers dan ook een soort “wandelende tijdbommetjes” die men best verzekeren wil, maar dan wel tegen een veel hogere premie. Wil je in aanmerking komen voor het veel voordeliger niet-rokerstarief, dan is er maar één oplossing: stoppen met roken.

Geduld is een schone zaak

Wie stopt met roken, verhoogt daarmee zijn of haar levensverwachting drastisch. Dit gebeurt echter niet van de ene op de andere dag: zoals je longen niet na één dag vervuild zijn, zijn ze ook niet na één dag weer schoon. Dit weten verzekeringsmaatschappijen uiteraard ook. Of je nu veel of weinig rookt(e), maakt bij de meeste verzekeraars niet uit: na het invullen van je gezondheidsverklaring bepalen zij of je tot de rokers behoort, of niet. Is het minder dan twee jaar geleden dat je je laatste peuk uitdrukte, dan word je bij veel maatschappijen nog bij de rokers ingedeeld. Pas na twee jaar kan je in aanmerking komen voor het niet-rokerstarief. Hierbij moet je een niet-rokersverklaring invullen. Blijkt na je overlijden dat je toch stiekem weer begonnen was, dan wordt de uitkering verlaagd of zelfs in het geheel niet uitgekeerd.